Een verhaal over een extra instructie
Helemaal in mijn nopjes en met een georganiseerd gevoel pak ik de handleiding van Rekenroute uit de kast. Welke moest ik ook alweer hebben? Ik kijk nog even in het katern van het draaiboek waar de aanvullende materialen in beschreven staan. Optellen en aftrekken, doel 7. Juist.
Ik kopieer twee bladzijden vol met getallenlijnen en sprongen met tientallen en eenheden. De rijgstrategie, de gruwel in groep 4.
Vastbesloten om deze strategie bij iedereen goed aan te kunnen bieden heb ik de dag ervoor uitgezocht welke kinderen deze sommen nog onvoldoende beheersen. Het waren er al met al een stuk of 10. Van de 20. Oeps, werk aan de winkel.
Terwijl ik naar de koffiemachine loop en mijn favoriete mok uit de la opdiep bedenk ik me wat ik met de andere 10 kinderen ga doen tijdens de rekenles.
Het gesprek tussen mijn andere collega's trekt mijn aandacht, en voor ik er erg in heb stromen de kinderen de school alweer binnen.
Bij het bespreken van de dag vertel ik de kinderen alvast dat we met rekenen niet uit het werkboek gaan werken, maar dat ik graag met een club kinderen even extra wil oefenen met de sommen van de dag ervoor.
"Maar wat moeten de andere kinderen doen dan?" is de eerste vraag die bij Jan omhoog rijst.
O ja, kak, daar had ik nog een besluit over moeten nemen. Mijn blik glijdt naar de laptopkar. 20 paar ogen volgen mijn blik. Ik hoef geeneens wat te zeggen.
"Moeten die dan tafels gaan oefenen juf?" wordt er gevraagd. Ik knik. "Inderdaad, de kinderen die de rijgsommen alleen kunnen mogen straks met de tafels gaan oefenen."
Ik weet niet of onze begeleider van de nieuwe rekenmethode dit ook zou toejuichen, maar het is nu maar even zo.
Ik krijg tevreden knikjes terug. Sommige kinderen kijken onzeker naar het kaartje "rekenen" op het planbord, en vragen zich ongetwijfeld af wat ik voor ze in petto heb. Ik probeer ze gerust te stellen: "fijn toch dat juf even de tijd maakt om extra te kunnen helpen?"
In de kleine pauze is het tijd om voor te lezen. Meester Kikker. Ik heb het boek al talloze malen voorgelezen en elke keer kijk ik weer naar uit naar het hoofdstuk waarin het geheim van meneer Stork wordt ontdekt. De kinderen hangen aan mijn lippen. Ik word helemaal meegezogen in het verhaal en laat mijn stem tot zo'n zachte toon dalen dat de kinderen over hun tafel gaan hangen om me te kunnen verstaan. Wanneer ik het boek om half 11 dichtklap krijg ik een gejammer van jewelste te horen. "Néééé! Na de pauze weer verder lezen!"
Na de pauze is het eigenlijk tijd om te gaan stillezen, maar met gemak gooi ik het programma om. Ik vind het zelf veel te leuk om voor te lezen.
De grote ogen van Marie volgen mijn gezicht nauwgezet en zodra ze doorheeft dat ik het einde van een bladzijde nader knijpt ze haar ogen dicht en fluistert ze: "niet stoppen, niet stoppen."
Ik geniet met volle teugen van de stilte en het naar adem snakken als de kinderen doorhebben wat nu het geheim van meneer Stork is. Ik kom van mijn hoge kruk en sluip met het boek in mijn handen door de klas terwijl ik ze meeneem in de plannen van meester Frans om meneer Stork erbij te lappen.
Ik ben al ruim 20 minuten aan het voorlezen, en de stapel kopiebladen van vanochtend ligt nog steeds geduldig te wachten totdat ze worden uitgedeeld. Ik lees het hoofdstuk uit -"néééééé!"- en klap het boek dicht.
Ik laat de slide op het digibord zien waarop de namen van de kinderen staan die extra instructie nodig hebben.
"Wat gaan we doen juf?"
"Waarom staan deze namen op het bord?"
"Hebben ze straf?"
"Waarvoor staan die namen op het bord juf?"
Eigenlijk ben ik verbaasd over deze reacties. De onzekerheid spat er vanaf. Ik vraag me af waarom. Het is echt niet zo dat we nooit eerder even extra hebben geoefend met bepaalde onderdelen.
Ik vertel dat deze kinderen samen met mij aan de slag gaan met de sommen die we de afgelopen dagen ook hebben geoefend. De andere kinderen mogen achter de laptop de tafels gaan oefenen.
De chaos brengt me van m'n stuk.
"Mogen wij dan niet achter de laptop?"
"Dat is niet eerlijk!"
"Ha ha wij mogen lekker wel achter de laptop en jullie niet."
Er vlamt iets van binnen. Het 'wij-jullie' verhaal raakt me. Vanuit de opleiding tot Klassenkracht heb ik geleerd dat er een kernwaarde in me wordt geraakt. Ik grijp in.
Ik leg de boel stil en leg uit waarom ik de rekenles op deze manier vorm geef. Dat dit niets te maken heeft met dat de een beter is dan de ander, maar dat ik er nu gewoon voor gekozen heb om de laptop erbij te pakken. Puur omdat het me aan tijd ontbrak een andere invulling te bedenken.
"Mogen wij straks dan ook op de laptop juf?" vraagt Karel.
Ik zie het idee van een klas waarvan de ene helft rustig achter de laptop werkt en de andere helft betrokken met mijn extra instructie mee doet - gemotiveerd om te leren - lichtelijk in rook opgaan.
"Laten we dat proberen Karel," reageer ik. "En anders is er vanmiddag bij het vrij kiezen nog wel even tijd voor de laptop." Dat verdraaide ding, voeg ik er in gedachten aan toe. Ik baal ervan dat ik niet een ander blad heb gekopieerd. Lesson learned.
De instructie verloopt moeizaam. Een aantal kinderen barsten in tranen uit. Ze vinden het niet leuk. Ze willen ook achter de laptop.
"Ja! En Karel heeft geen achterkant en ik wel!" roept Lies ineens hard door de klas. Verbaasd kijken de kinderen op. "Hoe bedoel je?" vraag ik. "Leg eens uit?"
"Kijk! Zijn achterkant is wit en die van mij niet! En nu moet ik twee bladzijdes maken en hij niet!"
Ik zie dat ze zichzelf helemaal overstuur praat en ik denk aan het 5G model dat ik tijdens de afgelopen tweedaagse ook zelf heb doorlopen met mijn studiegenoten.
Het rijgmodel kan me intussen gestolen worden en ik besluit van de nood een deugd te maken en te oefenen met dit model. En daarbij, een extra sova lesje kan geen kwaad.
Ik doorloop met Lies de 5 stappen: gebeurtenis, gedachten, gevoel, gedrag, gevolg. Ik haal haar weer even terug naar de gedachten: "je denkt dat jij nu twee bladzijdes moet maken, maar echt zeker weet je het niet. Wat zou je kunnen doen?"
"Vragen," mompelt ze.
"Inderdaad," reageer ik. "Nou kom op, doe eens?"
Ze steekt haar hand op en ze vraagt het. Iedereen luistert vol verwachting mee.
"Het is een foutje van het kopieerapparaat," zeg ik. "Dat gebeurt de juf wel eens vaker."
Een hele diepe zucht van opluchting en herkenning gaat er door de klas heen.
Ondertussen vind ik het wel mooi geweest. Ik heb redelijk in beeld welke kinderen écht terug moeten naar de basis van het rekenen met tientallen en welke kinderen nog wat extra instructie nodig hebben met het splitsen óver het tiental. Maar die instructie komt volgende week wel. Zónder laptops.
Reacties
Een reactie posten