Roze en blauwe snoepspenen

Het is een flinke tijd geleden sinds ik voor het laatst heb geschreven. Het werd ineens ook behoorlijk druk met alle opdrachten die ik voor de opleiding moest doen. De afgelopen maanden zijn in een waas van Koningsspelen (ik was verantwoordelijk voor het touwtrekken), zitten op de rommelmarkt, antibioticakuren en het typen van verslagen voorbij gevlogen. En het in handen hebben van een positieve zwangerschapstest, daar midden in de meivakantie. 

Waar ik eigenlijk niet al te veel op durfde te hopen is toch verwezenlijkt; een derde kindje op komst! Lieve help wat een heerlijk, fantastisch en blij nieuwtje! De eerste paar dagen pakte ik fluitend en vol energie alles aan, ik had gewoon nergens last van. Nou zeg, wat top! Ik wilde het wel uitschreeuwen: weten jullie wel wat een geweldig nieuwtje ik heb!

Tot ongeveer een week later, en de eerste onmiskenbare kwaaltjes de hoek om kwamen kijken: moe, moe, zo ontzettend moe. En de misselijkheid, die misselijkheid die lastig uit te leggen is maar toch je leven beheerst. En het enige wat lijkt te helpen, is eten. Voor eventjes. 

Goed, ik zag er zogezegd een beetje tegenop om na de vakantie weer aan het werk te gaan. Even liggen op de bank was er tenslotte niet bij. En met net 4 weken zwangerschap vond ik het toch wel wat vroeg om het nieuws al te gaan delen. Dus, hoofd omhoog en net doen alsof er niets aan de hand is. Niet mijn sterkste punt. 

Dat ging ook niet helemaal vlekkeloos. Het gebruikelijke kopje koffie waarmee ik normaal gesproken de kinderen mee op wacht greep me al bij de keel als ik er alleen al aan dacht. Dus liep ik met een kopje heet water met een paar schijfjes gember erin heel argeloos de klas in en zette het kopje op mijn bureau, met de bedoeling er af en toe onopvallend een slokje van te kunnen nemen. 
'Wat is dat?' vraagt Anne ongeveer meteen. 
'Ieuw, het ziet er vies uit,' zegt Janneke met een vertrokken gezicht. 'Wat ís het?' 

Oké, onopvallend kon ik vergeten. 'Het is gemberthee,' leg ik uit. 'Dat drink je als je last hebt van je maag.' 
Daar was niks aan gejokt. 
'Gember? wat is dat?' vraagt Pieter. 'Kun je dat wel eten?' 
Ik probeer te omschrijven wat gember is, wat niet echt lukt. 'Ik zoek straks een plaatje op,' beloof ik ze. 
Nippend van mijn thee - wat met groot wantrouwen wordt gadegeslagen - probeer ik te luisteren naar de verhalen die de kinderen me zo graag willen vertellen. Ik spiek even naar de klok. Het is nog voor negenen, en ik voel de misselijkheid alweer in me omhoog borrelen. Ik moet iets eten. 

Als de kring ten einde is en iedereen zijn plekje opzoekt om de spellingspullen te pakken maak ik even gebruik van de onrust. Ik vis het zakje nootjes wat ik bij de plaatselijke snoep en delicatessenwinkel in het naastgelegen dorp heb gekocht uit mijn tas en strooi er wat van op mijn hand. 
'Wat heb je daar?' roept Jasper van achter de klas. En tegen zijn buurman: 'juf heeft wat.' 
'Heb jij nootjes?' wordt er gevraagd. 'Juf wel delen hè!' 
'Ben jij bij 't Soetendal geweest juf!' zegt Lies. Het klinkt bijna beschuldigend. 

Oké, laat maar. Dit onopvallend doen had dus geen enkele zin. Er werd teveel op me gelet. Aan de ene kant goed natuurlijk, zoveel oog voor de juf, maar nu kwam het me verdraaid slecht uit. 
'Juf haar maag is wat van streek jongens, het is het beste om even tussendoor wat gezonds te eten.' 
Mijn 20 kinderen knikken, maar blijven me ietwat jaloers aankijken en kijken de nootjes nog net niet uit mijn mond. Zo snel mogelijk eet ik ze op om met de spellingles verder te kunnen. 

Zo kabbelden de weken wat voorbij. Ik probeerde me zoveel mogelijk rustig te houden en was blij met mijn stagiaire die tussendoor een hele week in de klas aanwezig was en zonder dat ze er erg in had mij behoorlijk ontlastte. 
Uiteindelijk - eindelijk - bereikte ik de 9 weken en hadden we een hartje op een groot scherm in een donkere kamer zien kloppen. We konden het nieuws gaan delen, yes! 

'Jongens, ik wil graag iets leuks aan jullie vertellen,' begin ik de ochtendkring. De belangstelling is per direct gewekt. 'Wat dan?' klinkt het hier en daar. 
'Jullie hebben misschien wel gemerkt dat ik de laatste tijd iets anders doe dan anders,' begin ik. Er wordt geknikt. 'De nootjes,' zegt Henk. 
'Precies,' reageer ik. 'Dat is wel gek toch? Juf die ineens buiten de pauzetijden om aan het eten is. Dat is eigenlijk niet zo netjes.'
'Nee want wij mogen dat niet, en je wilt ook niet delen,' zegt Fred. 
'Inderdaad,' beaam ik. 'Maar daar heb ik een hele goeie reden voor jongens.' 
'Je bent ziek,' klinkt de stem van Rik. 
'Een soort van,' zeg ik. 'Hoe zou het nou komen dat juf ineens op de meest gekke tijden gaat eten? En dat onder de les!' 
Nu zit iedereen op het puntje van z'n stoel. 
'Je krijgt een baby!' zegt Jasper opeens. Anna draait zich met een ruk naar me toe. 'Heb je een baby in je buik?' 
De ogen van Lies worden groot. 
Nu kan ik mijn gezicht ook niet meer in de plooi houden. Ik reik achter me naar mijn tas om daaruit een zakje met roze en blauwe snoepspenen te halen. 
'Jasper heeft het goed geraden,' zeg ik blij. 'Dat is wel een goede reden om te trakteren toch?' 
Lies slaat haar handen voor haar mond en kijkt naar mijn buik, waar ze de komende weken niet meer van af zullen wijken. 'Dit had ik echt nooit gedacht,' zegt ze verrukt. 

Inmiddels zijn we weer een aantal weken verder en ben ik de ergste misselijkheid voorbij. Het eten echter niet. Het is werkelijk waar een uitdaging om in te schatten wat ik allemaal in m'n tas mee moet nemen naar school om de dag fatsoenlijk door te kunnen komen. Ik durf niet in te schatten hoeveel kilo ik al zwaarder ben geworden en ik ben al helemaal niet van plan er achter te gaan komen. 
Ik pak wat verschillende soorten beleg en een halve zak brood. Dat zou toch wel genoeg moeten zijn? 

De enorme roze camper die Lies heeft meegenomen naar school om in de kring te laten zien moet ze op de laptopkar neerzetten. Lars heeft wat moeite om de plattegrond van het attractiepark waar hij dit weekend is geweest weer netjes op te vouwen en Arend legt de tas met uitgelezen Donald Ducks die hij aan de klas wil uitdelen onder zijn stoel. 
De kring is weer ten einde. De kinderen zoeken hun plek op en rommelen in hun vakken om hun spellingspullen tevoorschijn te halen. Ik pak mijn zakje met nootjes en strooi er een aantal op mijn hand om ze op te eten. 
Onderwijl af en toe een nootje in mijn mond stoppend, geef ik de kinderen hun spellinginstructie, welke ze zonder jaloerse blikken op mijn mond te werpen rustig volgen. 




Reacties